Europese vrachtwagenfabrikanten hebben zeker veertien jaar lang verboden prijsafspraken gemaakt en de introductie van minder vervuilende trucks vertraagd.

Dat stelde de Britse krant Financial Times dinsdag op basis van documenten van de Europese Commissie. Brussel doet al sinds 2011 onderzoek naar het kartel van vrachtwagenfabrikanten. Uit de documenten blijkt nu dat zij tussen 1997 en 2011 samenspanden en dat alle Europese fabrikanten bij het kartel betrokken waren.

Zuinigere modellen

De truckbouwers spraken onder meer af op welk moment, en tegen welke prijs, nieuwe technologieën voor zuinigere vrachtwagens werden geïntroduceerd.

Het kartel zou hebben bestaan uit DAF, Daimler, Iveco, Scania, Volvo, Renault Trucks en MAN, dat de zaak aan het licht bracht. Samen hebben de bedrijven nagenoeg de hele Europese markt, waarop geen Amerikaanse of Aziatische concurrenten actief zijn, in handen.

DAF verdacht van prijsafspraken

De Europese Commissie maakte in november bekend dat zij prijsafspraken vermoedt tussen een aantal grote vrachtwagenfabrikanten. Ook het Nederlandse DAF heeft laten weten daarop te zijn aangesproken.

Als uit het onderzoek blijkt dat de bedrijven inderdaad onderling prijsafspraken hebben gemaakt, kunnen zij daarvoor een fikse boete krijgen. Die kan maximaal oplopen tot 10 procent van de jaaromzet.

Daimler meldde vorige week 600 miljoen euro opzij te hebben gezet voor een mogelijke kartelboete. Dat bedrag werd toegevoegd aan de voorziening die het moederbedrijf van Mercedes-Benz in 2011 al trof voor deze kwestie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl